Page 7

PanteinExtra-2018-1

7 Marianne en Kees van Hasselt uit Oss leverden de afgelopen jaren veel van hun vitaliteit in, door verschillende lichamelijke problemen. Toch zitten ze niet bij de pakken neer en richten ze zich graag op ‘We willen iets blijven betekenen’ ‘Ik werkte als officemanager en was super georganiseerd. Op mijn werk, maar ook thuis’, vertelt Marianne van Hasselt (69). ‘Het eten voor onze zes kinderen stond altijd op tijd op tafel en het was netjes in huis.’ Ze grinnikt: ‘En moet je mijn bureau nu eens zien! Gisteren nog opgeruimd en het is alweer een rotzooi. Ik krijg het gewoon niet meer voor elkaar.’ Toen Marianne begin vijftig was, werd ze getroffen door twee hersenbloedingen. De gevolgen waren groot. ‘Werken ging niet meer en ik raakte steeds verwarder. Ik zette de boodschappen in de wasmachine en kon de wasmachine niet meer bedienen.’ Achteraf kwam dit ook door een combinatie van medicijnen. Vasculaire dementie noemden ze dat, maar het bleek medicijndelier. Ik werd zelfs opgenomen op een afdeling voor jong-dementerenden.’ Kees (77) nam in die tijd veel van haar over. Toen de medicatie werd teruggebracht, ging het langzaam beter met Marianne. Maar de oude werd ze niet meer. Tot overmaat van ramp viel Kees drie jaar geleden tijdens een fietstochtje. ‘Ik viel bewusteloos van mijn fiets. Sindsdien heb ik veel pijn en val ik geregeld. Ik loop moeilijk en ben afhankelijk geworden van een scootmobiel.’ Alles op een rijtje Zo hebben ze allebei veel van hun vitaliteit moeten inleveren en raakten ze langzaam in een isolement. Inmiddels krijgen ze een paar uur in de week bezoek van Maria Bekkers, medewerker bij de gespecialiseerde thuisbegeleiding van Pantein. ‘Maria zet alles mee op een rijtje: wat heeft prioriteit. De zolder opruimen of toch de was wegwerken. Ze geeft goede tips.’ Om hun huishouden verder op orde te krijgen, komt er een huishoudelijke hulp. ‘Want zelf op een trapje staan om de ramen te lappen, dat moeten we echt niet meer doen’, zegt Kees. ‘De kinderen komen regelmatig op bezoek en doen heus weleens een klusje. Maar meer hulp vragen we niet van hen. Ze hebben het druk genoeg.’ Ondanks de beperkingen proberen Marianne en Kees zo actief mogelijk te blijven en de dingen te doen die ze leuk vinden. Zo gaan ze er samen op uit met hun scootmobiel. ‘Ik wil iets betekenen voor de maatschappij’, vertelt Kees. Want hij mag dan moeite hebben met lopen, als oud-journalist is zijn passie voor onze taal nog springlevend. ‘Ik geef Nederlandse les aan anderstaligen en laaggeletterden bij het Huis van de Wijk (zie kader). Ik ontmoet daar allerlei mensen. Geen hooggeleerde professoren, maar hele gewone mensen met wie ik veel plezier heb.’ Marianne doet andere dingen: ‘Ik lees veel en ik heb een paar maatjes via een maatjesproject. Ik ga regelmatig langs en help hen als dat nodig is.’ En zo zorgen ze er op hun manier voor dat ook anderen uit hun isolement komen. ‘We hebben het goed samen, dat is waar het om gaat.’ wat nog wel kan. Het huis van de wijk Ruwaard In Ruwaard, een wijk in de gemeente Oss, bedenken wijkbewoners en organisaties samen oplossingen waarmee mensen meer voor zichzelf en voor elkaar kunnen doen. Door het vergroten van de betrokkenheid van bewoners en goede gezamenlijke zorg, is het de bedoeling dat bewoners een betere gezondheid en kwaliteit van leven ervaren. De vraag wat iemand zelf wil en kan staat daarbij centraal. Bij het Huis van de Wijk kunnen bewoners terecht voor allerlei activiteiten, er is ruimte voor denkers en doeners en het is een plek om elkaar te ontmoeten.


PanteinExtra-2018-1
To see the actual publication please follow the link above